Toneelschool

04 - 05 - 2021

Wat een verademing. Het weekend van 24 april. Publiek bij de wedstrijden. Al was het maar een paar duizend per wedstrijd, het gaf toch een heel ander gevoel. Menselijk geluid in plaats van zo’n bandje. Je zou bijna vergeten zijn hoe het klinkt. Het gejuich bij een doelpunt, het zingen en zelfs de fluitconcerten bij een vermeende fout van de scheidsrechter klonk me als muziek in de oren. Helaas is het van korte duur want de heren in Den Haag hebben besloten dat het weekend van 1 mei “gewoon” weer zonder publiek is. En toch is het een positief gevoel dat we langzaam vooruit gaan. Laten we hopen dat het weer het begin is van volle stadions. Al is het om het vreselijke geschreeuw en gejank van die kleine kinderen in het veld te overstemmen. Want wat heb ik me daar aan geërgerd de afgelopen maanden. Collega Sjors gaf in zijn column een paar weken geleden aan dat scheidsrechters Kuipers een aantal kaarten had gemist. Ik ben het wel met hem eens maar wil toch als verzachtende omstandigheid aangeven dat het voor een scheidsrechter niet meer te beoordelen is of er een overtreding wordt gemaakt of niet. Die verwende spelers gaan bij het minste of geringste liggen en schreeuwen moord en brand. Ik weet niet wat er voor een vereisten zijn om een profvoetballer te mogen worden maar ik vermoed dat tegenwoordig het afronden van de toneelschool een vereiste is. En dan maar mopperen op de scheidsrechter.  

En of het werk van een scheidsrechter al niet moeilijk genoeg is heeft IFAB in al zijn wijsheid besloten de handsregel per 1 juli maar weer eens te wijzigen. Vanaf die datum hebben we drie soorten hands. De oude regel waarbij gekeken moet worden of er opzet is of de speler zich groter maakt enz. blijft bestaan. Maar daarnaast krijgen we 2 soorten aanvallend hands. Hands van de speler die scoort of hands van de speler die een voorzet geeft aan zijn medespeler die scoort. De eerste is strafbaar, de tweede niet. De meest besproken spelregel zal op deze manier nog meer gespreksstof opleveren.

Wat de afgelopen periode ook zeer veel gespreksstof heeft opgeleverd is de aanstelling van de vrouwelijke scheidsrechter bij de interland tussen Nederland en Letland. Werkelijk iedereen had een mening over de Française Stéphanie Frappart en met name de opmerking van Pierre van Hooijdonk deed veel stof opwaaien. Vooropgesteld dat de opmerking van Pierre niet echt handig was kon je er op wachten dat er veel commotie over zou ontstaan. Je kon erop wachten. Allereerst oud-voetbalster Daphne Koster, gevolgd door een compleet leger van moraalridders. Het lijkt erop dat de mannelijke analytici vooral geen commentaar mogen leveren op vrouwelijke scheidsrechters. Maar als ze commentaar leveren op de mannelijke scheidsrechters dan hoor je deze moraalridders niet. Als je zoveel in de schijnwerpers staat zal je toch in moeten calculeren dat iedereen een mening over je heeft. Iets minder lange tenen van mensen als Daphne Koster zou dan wel handig zijn. Sportverslaggever Hélène Hendriks zei het heel treffend. Sommige mensen horen alleen maar wat ze willen horen. Soms is het verstandiger om je schouders op te halen en iet te reageren. Of, zoals scheidsrechter Frappart deed, een goede wedstrijd fluiten zodat je iedereen de mond snoert. 

Over moraalridders gesproken. Onze vroegere vedette Ruud Gullit kan er ook wat van. In de bestrijding van racisme gaat hij wel erg ver. Laat ik duidelijk zijn door te zeggen dat ik uiteraard ook tegen racisme ben, maar ik ben wel van mening dat je onschuldig bent tot het tegendeel is bewezen. Het plan om spelers een kaart te geven als ze iets zeggen met hun hand voor de mond impliceert het tegenovergestelde. Mensen die dit voorstellen gaan er blijkbaar op voorhand vanuit dat er gediscrimineerd wordt als men iets achter de hand zegt. Ik begrijp dat ik hiermee een beladen onderwerp aansnij maar ook hierbij is mijn mening dat sommige mensen wel erg veel last hebben van lange tenen. Al tientallen jaren lang wordt er van alles gezegd en geroepen naar scheidsrechters waartegen maar zelden wordt opgetreden en al die jaren heb ik meneer Gullit en consorten niet gehoord. Naar mijn idee slaan we te ver door. Wat is er mis met zwarte Piet, want daar is het allemaal mee begonnen. Maar dat is een politiek vraagstuk dus laat ik het bij het geven van mijn mening.

Ik hoop, net als jullie, dat we elkaar snel zullen kunnen begroeten in ons clubhuis. Het is al fijn samen weer op het trainingsveld te staan, maar nu de volgende stappen. Op naar het ‘min of meer’ oude. 

Tot snel,

Ron Collé